Thuis blijven wonen
Mevrouw Taal lijkt totaal onafhankelijk. Maar net als vroeger samen met haar man overal op de wereld gaan wonen voor zijn werk, mensen ontmoeten en steden ontdekken, dat zit er niet meer in. De werkelijkheid is nu anders. Ze heeft nu zorg en ondersteuning nodig. Ze heeft ook niet voor niets een rollator naast haar stoel staan - en in de gang een rolstoel en een traplift. “Mijn lichaam wil niet alles meer. Ik heb een herseninfarct gehad en daardoor ben ik rechtszijdig verlamd geraakt. Drie jaar geleden is mijn man overleden. Ik heb tegen hem gezegd dat ik in mijn eentje nooit hier kon blijven wonen, maar gelukkig heb ik een manier gevonden waarop dat wel kan.”
Vier zorgmomenten
Mevrouw Taal maakt gebruik van de particuliere thuiszorg van Florence Allure, die ze betaalt haar Persoonsgebondenbudget. “Dat is een goed keuze geweest, want ik kan nu precies aangeven zoals ik het wil hebben.” Ze weet ook precies op welke uren zij recht heeft en ze zet deze dan ook zo efficiënt mogelijk in. “Ik heb vier zorgmomenten op een dag. Ik heb met alle zorgmedewerkers vooraf kunnen kennismaken om te kijken of we het met elkaar konden vinden. Ze zijn allemaal even aardig. In de middag word ik meestal in bed geholpen voor een middagslaapje.” Ze glimlacht verlegen als haar gevraagd wordt of dat schoonheidsslaapje misschien haar geheim is. Ze wuift het compliment weg en gaat verder met haar verhaal: “Alleen soms heb ik geen zin om te slapen, maar wil ik wel graag naar buiten. Dat kan zo worden geregeld. Ik leef daardoor echt zoals ik het wil.”
Lekker in de zon
Zelfs het eten regelt ze zelf. Met behulp van een kennis doet ze elke week boodschappen. “En aan mijn zorgmedewerkers vraag ik of ze de aardappelen willen schillen. Zo eet ik net als vroeger. Ik wil vers eten, zolang dat kan.” Even valt mevrouw Taal stil. Ze drinkt van haar koffie en neemt kleine happen van haar gevulde koek. Dan zegt ze: “Het is niet makkelijk om zorgafhankelijk te zijn, maar op deze manier leid ik wel zoveel mogelijk mijn eigen leven. En als de kinderen en kleinkinderen er zijn, dan kunnen we andere dingen doen, in plaats van zorgen.” Dan kijkt ze om haar heen. “En ik ben blij dat ik hier nog kan zijn. Je eigen huis zit vol herinneringen. Die wil je niet kwijt. Hier heb ik ook de ruimte om mijn familie te laten logeren. Heerlijk vind ik dat.” Ook haar tuin is prachtig. Weer die glimmende ogen. “Ja he! En ik heb daar in de hoek een mooi plekje. Daar kan ik al met een beetje zon heerlijk zitten.”
Sandra Put